zondag 16 februari 2014

Kleurrijke 'tokkie' en zware test


"Kom snel!" riep mijn vrouw vanmorgen vanuit de keuken. Het klonk alarmerend dus er was minimaal iets bijzonders te zien. En dat bleek inderdaad het geval. Een bijzondere vogel, de Grote Bonte Specht. Niet zeldzaam weliswaar - je ziet ze veel bij ons in de Bosjes van Pex, Meer en Bos en de duinen - maar zelden in onze tuin. Net als de vinken, koolmezen, pimpelmezen, merels, spreeuwen, roodborstjes en heggemussen wist dit bonte drumtalent de weg naar de vetbol die wij hadden neergehangen te vinden. Mooi toch?

Gisteren was er een testloop. Daar deden heel wat lopers van onze vereniging - maar ook van een aantal collega-verenigingen - aan mee. Een paar minuten vóór tienen riep CPC-trainingsgroepen coördinator Carel Knoester de deelnemers bijeen en verstrekte de nodige informatie over de te lopen route. Twee ronden van 7,5 kilometer zouden het worden.

Het was een van de testlopen in het kader van de CPC (City-Pier-City loop) die over drie weken wordt gehouden. Elke rechtgeaarde en goedgetrainde loper en loopster doet daaraan mee, 10 of 21,1 kilometer. De meesten van onze vereniging staan redelijk 'op scherp', ze hebben heel wat afgelopen de laatste weken waaronder een aantal - soms behoorlijk lange - duurlopen. Voor velen was deze testloop ook geslaagd, men is er 'klaar' voor zoals dat heet. Voor mij zijn duurlopen er de laatste tijd behoorlijk bij ingeschoten.

Ik was van plan om er een rustige duurloop van te maken. Nou, dat is helemaal gelukt! Alleen was het wel héél rustig (15 kilometer in 1:27 minuten) maar toch liep ik niet ontspannen. Het lag niet aan het weer (er stond wel veel - stormachtige - wind maar die hadden wij voor het grootste deel in de rug) maar aan een dramatisch achteruitgekelderde loop-conditie en ander fysiek ongemak. En dat terwijl ik toch alweer relatief veel - maar niet lang achter elkaar - train doordeweeks! Het was wel mijn bedoeling om ingehouden en rustig te lopen, maar zó traag hoefde nu ook weer niet van mij. Niet van mijn geest tenminste, wel van mijn lichaam. De anderen van mijn groep liepen zeker 10 minuten tot een kwartier sneller. Zou het enkele feit dat ik weinig mee-train voor die terugval hebben gezorgd? Maar goed, er ìs gelopen, de zon scheen, niet verder klagen nu en welgemoed 'blijven trainen!'


Later in de middag heb ik nog een redelijk fikse wandeling gemaakt. Het meest opmerkelijke dat ik onderweg tegenkwam waren minstens twintig kinderen (vooral jongetjes, een enkel meisje) in camouflafepakjes met nep-geweren. Ze liepen in de buurt van 'de grote zandbak' en even later zag ik er nog meer lopen, in die zandbak. Allemaal in uniform en 'gewapend'. En dit onder begeleiding van en goedkeurend gadegeslagen door een aantal volwassenen.

Een ronduit bizarre vertoning! Of het nu een verouderde linkse gedachte is of niet, ik vind dit een vorm van 'normalisering' van oorlogsgeweld, juist vanwege het realistische karakter van de outfit. Dit is toch anders is dan Cowboytje spelen, of Zorro, Indianen of Ivanhoe. Al geef ik toe dat ik überhaupt niet veel heb met spelletjes waarbij je elkaar ‘doodschiet’, maar dat is een ander verhaal.

Geen opmerkingen: